Stichting Welzijn Dieren Oostvaardersplassen

 

 Startpagina

 

 

 

 

 

 



Slecht beleid Oostvaardersplassen

Het Bestuur van de Stichting Welzijn Dieren Oostvaardersplassen wijst erop dat het tot nog toe gevoerde beleid ten aanzien van de grote grazers in de Oostvaardersplassen in meer dan één opzicht ondeugdelijk is geweest. De grootste fout met de ernstigste consequenties is dat Staatsbosbeheer de populatie volledig uit de hand heeft laten lopen. In de periode van 1983 tot 1992 zijn 32 Heckrunderen, 20 konikspaarden en 54 edelherten in het gebied gebracht. De dieren konden aanvankelijk ook de strengere winters zonder ernstige problemen doorkomen. Het gebied was toen groot genoeg voor een redelijk adequate voedselvoorziening hoewel van de ca. 6000 ha. niet veel meer dan een derde begraasbaar is (de rest is water of moeras). Er is reden om aan te nemen dat het gebied groot genoeg is om een populatie van ca.1000 grote grazers, ook in de wat strengere winters, van voldoende voedsel te voorzien (al is het mogelijk dat zal blijken dat het beter is een nog geringer aantal aan te houden). De huidige populatie bedraagt bijna het vijfvoudige (bijna 5000 herten, paarden en runderen) en dat kan het gebied absoluut niet aan. Bij een dergelijk aantal moeten er in de winter massaal hongerlijdende dieren worden afgeschoten. Dit geschiedt helaas meestal pas wanneer de dieren in conditiescore 1 verkeren (op een schaal van 5 naar 1, van goed naar slecht) d.w.z. als de dieren na lang lijden al een eind heen zijn. En daar komt bij dat de richtlijn die bepaalt dat 90 % van de dieren die ’s winters van honger en uitputting dreigen te sterven, voordien afgeschoten dienen te zijn, zelden of nooit wordt gehaald. Dit impliceert dat er iedere winter vele tientallen herten, paarden en runderen na een lange lijdensweg van honger en uitputting omkomen. Dat is er de oorzaak van dat de beelden van creperende herten die enige jaren geleden op de TV waren te zien zich bij een normale of strenge winter nog steeds zullen voordoen, al zullen deze beelden waarschijnlijk zorgvuldig voor u verborgen worden gehouden. In de berichtgeving van Staatsbosbeheer werden deze gevallen van ‘creperen van honger en uitputting’ verstopt in de categorie ‘natuurlijke dood’.     

De Stichting Welzijn Dieren Oostvaardersplassen heeft tevergeefs getracht bij de Rechtbank te Utrecht en in hoger beroep bij het Gerechtshof te Arnhem het beleid t.a.v. de dieren in de Oostvaardersplassen overeenkomstig een diervriendelijk beleid te doen aanpassen. De vervolgstap, cassatie bij de Hoge Raad bleek helaas onmogelijk. ICMO2 heeft aanbevolen dat er een proactief populatiebeheer wordt ontwikkeld voor het geval er grootschalige verhongering gaat optreden. Deze aanbeveling is niet ter harte genomen met het bekende gevolg dat er bijna iedere winter weer grootschalig lijden optreedt. En helaas heeft dit feit bij de rechters in hun vonnis/arrest niet veel gewicht in de schaal gelegd.

Wat er op korte termijn dient te gebeuren is dus het terugbrengen van de populatie tot ca. 1000 grote grazers. Hierbij is het waarschijnlijk dat niet alle te verwijderen dieren elders zullen kunnen worden ondergebracht met het gevolg dat men op afschot aangewezen zal zijn. Dat is uiteraard afschuwelijk maar onontkoombaar. Hierbij moet men bedenken dat dit in de zomermaanden - zonder dat de dieren wekenlang hebben moeten hongerlijden - kan worden uitgevoerd; men gebruikt geweren met geluidsdempers zodat ook schrikangst bij andere dieren kan worden vermeden. Als men voorts bedenkt dat er in Nederland jaarlijks miljoenen varkens na een weinig aantrekkelijk leven worden geslacht, wordt dit iets minder aangrijpend. Om het aantal van 1000 dieren te handhaven zullen er ieder jaar ongeveer 300 moeten worden afgeschoten. Dat blijft afschuwelijk, maar men dient hierbij te bedenken dat het hier gaat om het doden van dieren zonder voorafgaand lijden, terwijl bij het huidige beleid een veelvoud van dit aantal na aanzienlijk lijden moet worden gedood.

Het Ministerie van Economische Zaken, dat verantwoordelijk was voor Staatsbosbeheer en daarmee voor de Oostvaardersplassen heeft deze verantwoordelijkheid aan het begin van het jaar 2017 overgedragen aan de Provinciale Staten van Flevoland. Gegeven de vele onderling tegenstrijdige opvattingen die aldaar vigeren ziet het er geenszins naar uit dat het in dit betoog als noodzakelijk voorgestelde beleid door de provincie zal worden overgenomen. Daarom is het wenselijk dat de Staatssecretaris van E. Z. van het recht gebruik maakt de beleidsverantwoordelijkheid weer terug te nemen (in de overdrachtsovereenkomst is die mogelijkheid vastgelegd). Het is niet onmogelijk dat om dit te bereiken enige pressie nodig is. Het is makkelijker een eenhoofdige leiding van de noodzaak een ander beleid te gaan voeren te overtuigen dan een collectiviteit. Uiteraard zal het vervolgens wellicht onontkoombaar zijn enige druk uit te oefenen voortkomend uit de Tweede Kamer of, indien deze ongevoelig blijft voor de argumentatie, uit de bevolking zelf. Gelukkig is bijna iedereen (en dat moet natuurlijk eigenlijk ook gelden voor de leden van de Tweede Kamer) behept met afkeer van dierenleed.

Dit is een oproep aan alle Nederlanders onversaagd de politici aan hun morele verplichting ten aanzien van te vermijden dierenleed te herinneren. Schroomt u dus niet te bellen, te schrijven, de media te activeren, u te laten horen op de radio of de TV in talkshows, want het mag toch waarachtig niet gebeuren dat de toestanden behorend bij de afschuwelijke TV-beelden van een paar jaar geleden zich weer zullen voordoen. Bedenk dat politici uiteindelijk meestal zullen doen wat de mensen willen, maar het is niet onmogelijk dat u de leden van de Tweede Kamer en andere politici langdurig aan hun jasje zult moeten trekken. Begin daar maar z.s.m. mee.

Edelhert dat door voedselgebrek niet meer op zijn poten kan staan
Restant van een door honger en uitputting omgekomen konikveulen
Edelhert dat door voedselgebrek niet meer op zijn poten kan staan en zeer binnenkort zal sterven. Foto: Jan Paulides Restant van een door honger en uitputting omgekomen konikpaard-veulen.


Persbericht (juli 2018)

Nabeschouwing over de Oostvaardersplassen
verwoord door de Stichting Welzijn Dieren Oostvaardersplassen

Nu de Provinciale Staten van Flevoland ter zake van de Oostvaardersplassen ten langen leste tot een beleidsaanpassing hebben besloten die door de landelijke overheid al veel eerder had moeten worden uitgevoerd, is het tijd het beleid voordien en de gedragingen van officials eens kritisch onder ogen te zien.

Er zijn nogal wat gremia en personen die kritiek verdienen. In de eerste plaats de landelijke overheid (ministers, staatssecretarissen, volksvertegenwoordigers). Regeren is vooruitzien, heet het, maar regeren is ook humaan handelen. Over het eerste moeten we het niet hebben in dit verband. T.a.v. het tweede, humaan handelen, wel; op dat punt schiet de overheid voor wat de OVP betreft ernstig tekort. Het massaal lijden van de dieren in dit gebied is én onnodig én niet uit te leggen. Waarom niet uit te leggen? Omdat het massaal afschieten van dieren in de winterperiode na ernstig lijden kan worden voorkomen door het in veel beperktere mate afschieten van gezonde dieren in de zomerperiode. (Hierbij moet nog worden opgemerkt dat de jagers in de winter van de veelal duizenden af te schieten dieren ongeveer 10% niet aantreffen; deze dieren creperen dus letterlijk van de honger en de uitputting.) In de afgelopen winter hebben zich nog tal van experts (ook van de Partij voor de Dieren) tegenstander verklaard van bijvoeren: hartvochtigheid alom. Het zou de moeite waard zijn uit te zoeken waar deze experts hun expertise hebben verworven; een echte expert zou namelijk willen bevorderen dat er wel wordt bijgevoerd in combinatie met populatiereductie.

Naar de ambtenaar/animator van het onderhavige dieronvriendelijke beleid, die het bovendien door dik en dun bleef verdedigen – zijn naam moet uit veiligheidsoverwegingen maar niet worden genoemd – is bij de OVP een pad genoemd. Hier moet beslist iets aan worden gedaan. Je kunt naar een man die onherroepelijk in de gevangenis had gezeten zo hij hetzelfde als particulier had ondernomen, geen officiële weg vernoemen.

Vervolgens moeten de landelijke dagbladen worden genoemd, die geen van alle, ondanks daartoe bij herhaling te zijn opgeroepen de moeite namen de wantoestanden in de OVP in de afgelopen winter te voorkomen door de Overheid achter de broek te zitten. Dat ze voldoende macht hebben dat te bewerkstelligen weten we uit het verleden. De gewone mensen van het volk moesten eraan te pas komen om een goed beleid af te dwingen en daar moeten we ze buitengewoon dankbaar voor zijn. Het is toch waarachtig de taak van de pers om wanbeleid aan de orde te stellen.

Met schroom moet ten slotte de Rechterlijke macht worden genoemd die de mogelijkheid het slechte beleid t.a.v. de OVP tenminste voor de afgelopen winter te doen stoppen, voorbij heeft laten gaan. Met het arrest van april 2017 had het Gerechtshof te Arnhem (in de zaak van de bovengenoemde stichting tegen Staatsbosbeheer en de Staat) al het dierenleed van afgelopen winter kunnen voorkomen. Daar waren krachtige argumenten voor aangevoerd.


GEDICHTJE

(Geschreven in het kader van Ronald Gipharts oproep een gedicht te maken over 2017. De vijftien beste zouden op de radio worden voorgedragen. Het onderhavige sonnet was daartoe niet geselecteerd.)

Over de Oostvaardersplassen

In het jaar des Heren tweeduizend zeventien
heeft het landsbestuur weer niets geleerd,
want nogmaals hebben we moeten zien
hoe vele dieren daar zijn ge – crepeerd.

Hoe kan een land zich nog beroemen
op zijn voldragen humaniteit,
als het voortdurend wil verbloemen
hoe zeer een dier daar lijdt.

Zo godvergeten zorgeloos,
zo hartvochtig is’t beleid
waar deze overheid voor koos.

Zijn faam is hij terecht nu kwijt
en terecht ook blijft de burger boos,
schande Nederland, schande voor dit beleid.