Rommelen in de wijsbegeerte

 

 Inhoud

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Over de kunst van het zwijgen

• • • • • • • • • 

 

[K.T. Dröfe: Rommelen in de wijsbegeerte, p. 26]

 

 

Heeft u wel eens een geheim aan twee mensen verteld, dat in alle opzichten goed bewaard is gebleven?

Ja? Dan heeft u iets bijzonders meegemaakt.

 

 

Wat is een geheim?

 

Dit stukje gaat over het behouden van geheimen. Allereerst daarom antwoord op de vraag wat hier onder een geheim wordt verstaan.

Een geheim is kennis van iets bij één of enkele personen, waarvoor geldt dat algemene bekendheid van dat ‘iets’ gevaar oplevert dan wel schade berokkent aan een persoon of een instituut ten aanzien van reputatie, zakelijke belangen, functioneren, gezondheid of welbevinden.

 

 

Wat is zoal een slechte behandeling van vertrouwelijke informatie?

 

De volgende uitingen getuigen hiervan:

 

Slecht

1.         Jan heeft me iets verteld, maar ik mag er niet over spreken, dus ik kan je niets wijzer maken.

2.         Ik heb net een geheim gehoord, maar natuurlijk kan ik er niet over praten.

3.         Je vraagt me naar die geschiedenis van Piet; ik weet er wel wat van, maar ik mag er niets over vertellen.

4.         Ja, ja hij heeft inderdaad iets gedaan wat niet door de beugel kan, maar ik mag je er absoluut niets over zeggen.

Nog slechter

5.         Jij bent ten slotte mijn partner; tegenover jou mag ik geen geheimen hebben; moet je horen wat Klaas me vertelde.

6.         Ik zal je eens wat vertellen over Teun, maar je mag het niet verder vertellen, want hij wil het strikt geheim houden.

 

Men bedenke dat iedere uiting die in verband staat met het te verzwijgen gegeven, hoe onschuldig deze ook mag ogen, kan leiden tot het verloren gaan van het geheim.

 

 

Wat is dus de goede behandeling van een geheim?

 

Dat laat zich makkelijk beschrijven. Een goede behandeling doet zich voor als degene aan wie een geheim is toevertrouwd in alles reageert alsof hij van niets weet. De oprechte zwijger meldt zelfs niet, als het geheim eenmaal openbaar is gemaakt, dat hij er weet van had. En de uitmuntende zwijger zwijgt ook als hem geen geheimhouding is opgelegd, als hij maar het geringste vermoeden heeft, dat doorvertellen ongewenst zou kunnen zijn.

 

 

Wie zijn slechte zwijgers?

 

Men mag niet veel zwijgvermogen verwachten van:

– de nieuwsgierigen                 – de onevenwichtigen

– de praatjesmakers                – de kletsmajoors

– de ijdelen                             – en helaas evenmin van

– de strebers                              de meeste overigen

 

 

Wanneer is het nodig of gewenst een zaak die men zelf geheim wil houden toch met een ander te delen?

 

1.         Als de geheimbezitter zich zorgen maakt over iets dat de kern van het geheim raakt en de aspirant geheimontvanger de eigen partner is. (Let wel, het gaat hier om een eigen en niet om andermans geheim.)

2.         Als er een probleem in het spel is waarvan men de oplossing niet alléén kan bewerkstelligen.

3.         Als men wijze raad nodig heeft.

4.         Als men alleen daardoor onheil kan vermijden.

 

Is geen van deze punten van toepassing, dan doet men er goed aan te zwijgen.

 

 

Drie overwegingen

 

Als geheimbezitter dient men alvorens iemand in vertrouwen te nemen een drietal overwegingen te maken:

 

1.         Is het nodig of wenselijk dat hij/zij op de hoogte wordt gebracht?

2.         Mag ik hem/haar wel met dit geheim belasten? Vergeten wordt vaak dat men nogal wat vraagt aan de geheimontvanger.

3.         Is hij/zij wel in staat het geheim goed te behandelen? Het lijkt niet onverstandig ervan uit te gaan dat dit maar zelden het geval is.

 

Bent u toevallig de uitzondering?

Wel, dan is dit exposé niet voor u geschreven.

 

maart/april 1997